Uw sensor instellen
Definieer hoe en wanneer uw sensor u moet waarschuwen.
Tik op uw telefoon op Treasure Tag.
1. Als u de eerste keer koppelt, wordt de instelling automatisch gestart. U kunt ook op uw telefoon
op TAG INSTELLEN tikken, onder uw sensor.
2. Als u een pictogram voor uw sensor wilt kiezen, tikt u op pictogram toevoegen en het gewenste
pictogram.
3. Als u uw sensor een naam wilt geven, tikt u op TAGNAAM en voert u de naam in.
4. Selecteer hoe en waar de waarschuwing wordt afgespeeld.
Er wordt een waarschuwing gegeven als de Bluetooth-verbinding tussen uw sensor en de telefoon
wordt verbroken of als het signaal zwak is. Een gesloten deur kan bijvoorbeeld een waarschuwing
activeren. De telefoon speelt het signaal zelfs af als deze zich in de stille modus bevindt. Als u veel
sensoren hebt toont uw telefoon toont u ook een melding over welke sensor werd geactiveerd.
Uw sensor beheren
Controleer wat er met uw sensor gebeurt en wijzig de instellingen. U kunt uw sensor ook aan het
startscherm van uw telefoon vastmaken om er snel toegang toe te krijgen.
1. Tik op Treasure Tag.
2. Tik op de sensor die u wilt weergeven. Als u meerdere sensoren hebt en wilt weten welke sensor
het is, tikt u op .
Een sensor aan de lijst met sensoren toevoegen
Tik op
> tag toevoegen.
Sensorinstellingen bewerken
Selecteer een sensor en tik op
> TAG BEWERKEN.
Uw sensor aan het startscherm van uw telefoon vastmaken
Tik op
> aan startscherm vastmaken. U kunt ook op de sensor in de lijst met sensoren tikken
en deze vasthouden. Vervolgens selecteert u aan startscherm vastmaken.
Handmatig de verbinding met uw sensor verbreken
Tik op . De afbeelding van de sensor wordt grijs. Als u opnieuw een verbinding wilt maken, tikt u op
of tikt u met de NFC-gebieden van de sensor en uw telefoon tegen elkaar.
Een sensor verwijderen
Tik op
> tag verwijderen.